De struggle van elke beginner is wel het lezen van patronen. Je durft de overstap van sjaal naar vest niet te maken omdat je volgens jou geen patronen kan lezen. Wat als ik jou vertel dat het niet aan jou ligt, maar aan het patroon? Patronen zijn geschreven voor de experts: moeilijke verwoordingen en 100 000 afkortingen zorgen ervoor dat alles ingewikkelder lijkt dan het eigenlijk is. Een simpel patroontje kan zoveel moeilijker lijken door een slechte verwoording.
Hier een voorbeeldje uit een patronenboekje:
“Aan weerszijd. elke 6de nld 5 x 1st minderen, elke 4de naald 4×1 st minderen, elke 2de naald 5 x 1st minderen.”
Dit is wat er eigenlijk staat en hoe ik het in mijn patronen zou verwoorden:
“Minder elke 6de naald 2 steken (één aan het begin en één aan het einde van je naald). Doe dit 5 keer. Daarna minder je elke 4de naald opnieuw twee steken (één aan het begin en één aan het einde). Dit doe je 4 keer. Daarna minder je elke tweede naald 2 steken (één aan het begin en één aan het einde). Dit herhaal je 5 keer.”
Klinkt al een stuk makkelijker niet? Je ziet dat het veel moeilijker geschreven werd dan het eigenlijk is. Hier een paar tips om er voor te zorgen dat jij je patroon wel kan ontcijferen:
- Duid aan welke maat je gaat volgen. Meestal staan in één patroon de instructies voor verschillende maten gescheiden door “/”.
- Voer alles stap voor stap uit: door meteen heel de instructie door te lezen, lijkt het meteen chinees.
- Zoek de afkortingen op een schrijf ze erbij: in een patroon worden vaak afkortingen gebruikt. In een patronenboek vind je deze meestal achteraan. Zoek de afkortingen op en schrijf ze erbij. Het is echt moeilijk als je deze telkens opnieuw moet gaan opzoeken. Dit zijn veel gebruikte afkortingen:
R = recht breien
AV = averecht breien
ST = steek
NLD = naald
Afk = afkanten (= niet gelijk aan minderen)
Afh = afhalen (= je brengt je steel over naar de andere naald zonder heb te breien)
- Aan moeilijke verwoording kan je helaas niets doen, maar deze manier van verwoorden worden vaak gebruikt:
zet elke 2de naald 5 x 1 st af = zet elke tweede naald 1 st af en doe dit 5 keer.
zet in de 2de naald 1 x 5 st af = zet in de tweede naald 5 steken af.
Het cijfer voor de. x duidt op het aantal herhalingen. Het cijfer na de x wijst op het aantal steken dat je moet afzetten. Staat er eerder in de zin iets als “aan weerszijde” wilt dat zeggen dat je dat je bv. 5 steken aan het begin en 5 steken aan het einde van je naald moet afzetten.
Hopelijk helpen deze tips om je patronen te ontcijferen!